ze had geen woorden
om te zeggen
wat haar overkwam

ze had alleen haar gevoel
dat wagenwijd open stond
waarin keihard
zonder pardon
geboord
genegeerd
vertrapt
in de kiem gesmoord

Nee

niet doen!

Ssst, wees toch stil!

vergeet wat we hebben gedaan
waag het niet om me te slaan
ík heb hier de macht
niet jij, met je muizenkracht

Ssst, wees toch stil!

hebben je pappa en mamma je niet geleerd
geheimen delen is verkeerd
houd nu maar je snater
vertel het niet, ook niet later

Ssst, wees toch stil!

wie gelooft nou zo’n stom kind
dat altijd liegt en smoesjes verzint?
waarom zou dit waar zijn?
je bent nog maar zo klein

Ssst, wees toch stil!

als je erover durft te spreken
dan zal ik je arm breken
dus onthoud heel goed
dat je voor altijd zwijgen moet

Ssst, wees toch stil!

wanneer ik probeer
woorden te rijgen
tot eindeloze zinnen
raken ze geen klank

de letters vallen neer
op de schaamte
die niets dragen kan

en de bekende stilte
breekt weer door
in het zwakke licht
van de morgen