Tag Archief van: opgesloten


Ik ben niets waard,
Ik ben het slechtste mens van de hele wereld
Niemand houdt van mij.
Ik zit opgesloten.
Dat is wat mijn hoofd mij wil doen laten geloven.
Maar als je goed kijkt, zie je dat de tralies van elastiek zijn.
Mijn hoop is dan ook dat de tralies langzaam oprekken, zodat ik eruit kan.

Klein vastgebonden wanhopig.
Al het gevoel moet uit.
Er mag geen traantje over mijn wangetjes lopen.
Ik moet stil zijn, geen geluid.

Klein neergedrukt door boze mannen.
Geen kreuntje mag er uit.
Geen snikje mag uit mijn keeltje komen.
Ik moet stil zijn, geen geluid.

Ondanks alles groot geworden.
Leren lijden zonder tranen.
Altijd proberen sterkt te zijn.
Stil en opgesloten mijn weg banen.

Nu leren dat ik vrij ben.
Mijn tranen mag ik laten zien.
Ik mag mezelf nu echt uiten.
Mensen toelaten bovendien.

Maar als ik huil dan groeit mijn angst.
Wie wil mij nog met mijn verdriet?
Moest ik niet iedereen gelukkig maken?
Of is het goed dat men mij ziet?

Vlinder

Kijkend naar de komende dageraad
Wachtend op de zon om m’n vleugels te verwarmen
Nog niet in staat me vrijelijk te bewegen
Door de kou die een hele lange nacht heeft geduurd
Een ijzige kou zonder erbarmen

M’n partner heb ik reeds gekozen
Hij fladdert volhardend om mij heen
Toch heeft hij mij nog niet
Maar lang zal het niet meer duren
Strak zijn wij beiden niet meer alleen

Terwijl hij in z’n schitterend gewaad
Kleuren rond me uitspreidt als een regen
Ongeduldig wachtend op wat zal komen
Samen met zijn bedwelmende geur, die
Op mij inwerkt als een overvloedige zegen

Zo lang in m’n cocon gehouden
Door het verderfelijke zeer
Veilig opgesloten, maar ook afgesloten
Van het echte leven, gevaarlijk maar gevoelig
Kwetsbaar, teer, maar niet onwetend meer

Nu wetend hoe te vliegen
om de vijand te ontkomen
En als ik dan geraakt zou worden
Offer ik een deel van m’n vleugel op
Niet m’n ziel maar slechts m’n zomen

Want vrij kort en best wel hevig
Is het leven van een vlinder
Vol gevoel en vredetijden
Zelfs met stormen en met wat regen
Echt geen leven zonder hinder

Als het dan toch eindigen moet
M’n leven als een tere vlinder
Leef ik eindelijk voort als mens
Gevoed met Goddelijke nectar des levens
Volmaakt, oneindig en oneindig goed.