Sterry 1964
Mijn ziel splijt in jouw zacht gezicht Mijn woorden vallen droevig neer Als ik ontwaar wat ooit is aangericht Aan jou zo wiegezacht, zo teer Mijn droef’nis valt in schaduwen uiteen Verweven met mijn schuldig medevoelen Ik blijf ver weg van jouw geween En als ik huil, blijf ik jou steeds bedoelen Een glimlach, tenderlief zo zacht, Een diep moment zo welgemeend gesmeekt Een tel,…