Stil te zijn
Zo stil
Dichter
Zo dichtbij
De waarheid in mij
Dat er geen spook
Geen illusie
Meer tussen
Kan komen
En dan weer
Het verlangen naar jou
Jouw lichaam, jouw geur
Jouw handen
Vriendelijk licht en
Vuur dat wil branden
Maakt me blij
En toch ga ik ook
Verder weg van mij
En kunnen de spoken
Er weer bij
In de greep van
Oude dingen
Die zich genadeloos
Blijven opdringen
En ik worstel, vecht
Kom boven en
Verzuip
Jij de schuld
En daartussen
Even de grond raken
Mijn God, zo’n pijn
Van er niet mogen zijn
Daar waar ik mooi ben
En zo puur
En wat gebeurde
Bitter en zo zuur
Daar stromen mijn tranen
Knettert mijn vuur
En dan nog
Jouw liefde en pijn erbij
Confrontatie
Tussen jou en mij
Zo’n gespartel en gezoek
Terugtrek en gevecht
Om wat waar is en echt
En ik ontdek dat
Deze worsteling op zoek
Naar intimiteit
Mij evenzeer bevrijd
Als het stil zijn
Zo stil
Dichter
Zo dicht bij mij
Daarw aar geen pijn is
Alleen maar zijn is.